Deze dubbele villa is in 1901 gebouwd in opdracht en naar ontwerp van de Groningse aannemer en architect P. Belgraver in een late eclectische bouwstijl.
Het gebouw is momenteel in gebruik als kantoor (nr. 5) en kantoor met woonhuis (nr.4).

Het monumentale gebouw is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en bestaat uit een gedrukte begane grond en twee bouwlagen onder een afgeknot schilddak, belegd met een zwarte Friese golfpan. De gevels worden afgesloten door een kroonlijst met spiegels tussen gepaarde, gecanneleerde consoles, die een geprofileerde houten bakgoot dragen. In het voordakschild bevinden zich aan weerszijden van de topgevels kleine ronde zinken kapellen.

De begane grond is rustiek bepleisterd. Het overige gevelmuurwerk is opgetrokken uit roodbruine baksteen en verlevendigd met gepleisterde dorpelbanden. Een fors risalerende toegang op het begane grondniveau is afgedekt met een bordes waarheen twee trappevluchten leiden, omzoomd met smeedijzeren hekwerk. De toegangen op de bel-étage zijn in een diep portiek geplaatst. Hierboven is op de tweede verdieping een balkon geplaatst op bewerkte rolwerkconsoles. Het toegangsrisaliet is opgemetseld met gepaarde topgeveltjes met trappen. Deze fungeren als kajuiten. De raamkozijnen op de eerste verdieping zijn segmentboogvormig gesloten en hebben negblokken en sluitstenen met diamantkoppen in stuc.

De vensters van de tweede verdieping zijn recht gesloten met kleine trommels. De openslaande balkondeuren hebben rondboogtrommels, die zijn gevuld met geglazuurde rode en groene tegels. De middenrisalieten van de zijgevels worden eveneens bekroond door topgeveltjes met trappen en bevatten op de tweede verdieping identiek vormgegeven balkons als die van de voorgevel. De achtergevel bezit op de bel-étage rechthoekige houten serres met glas die rusten op stiepen.