Platform GRAS presenteert

STAAT IN GRONINGEN

Architectuur in Stad

vergroot

Andere objecten van Bekink, Coen

Rijkskantoren

Kempkensberg

Telefooncentrale Selwerd

Magnolialaan 7

afdrukken Magnalia Dei Kerk

Architectuur
toon vergroting Magnalia Dei Kerk
toon vergroting Magnalia Dei Kerk
toon vergroting Magnalia Dei Kerk

In 1956 startte de bouw van Corpus den Hoorn: de aller-eerste echt naoorlogse wijk van Groningen. De wijk moest woonruimte gaan bieden aan zo’n 17.000 mensen. Het bisdom Groningen verwachtte dat daaronder zo’n 1200 katholieken zouden zijn. En voor hen was natuurlijk ook een nieuwe kerk nodig. De jonge katholieke architect Coen H. Bekink (1922-1996) maakte een ontwerp en in 1960 werd de Maria ten Hoornkerk plechtig in gebruik genomen. Het gebouw wordt wel gezien als de eerste moderne uiting van katholieke kerkbouw in Groningen.

De kerk had in tegenstelling tot veel andere kerken uit die tijd - die meestal in de meer traditionele Delftse- of Bossche School werden gebouwd - een zeer eigentijdse uitstraling en lijkt te zijn beïnvloed door de architectuuropvattingen van Le Corbusier. Bekink wilde dat de kerk een herkenningspunt zou zijn in de wijk: eigentijds vormgegeven, maar wel sober en bescheiden. Niet te pretentieus.

Het gebouw bestaat uit een betonskelet met metselwerk en heeft een rechthoekige plattegrond. De ingang, met twee grote houten deuren, bevindt zich aan de westkant. Bij de ingang zit een De Stijl-achtig patroon van horizontale en verticale betonnen platen die op een kruissymbool lijken. In het platte dak bevindt zich een flauwe knik waardoor een V-vorm is ontstaan. Dezelfde vorm is ook terug te vinden in de klokkentoren. Opvallend element is een groot rechthoekig vlak van gele baksteen dat zich aan de westgevel bevindt. De zuidgevel bevat smalle ramen van glas-in-beton, ontworpen door de Rotterdamse kunstenaar Hans van der Plas. De noordgevel is ingedeeld met verticale raamstroken. De achtermuur kent, zowel aan de binnen- als buitenkant, verticale, in baksteen uitgevoerde ribben waardoor een reliëf is ontstaan. Binnen is het koor minder geaccentueerd dan tot dan toe gebruikelijk was. Hetzelfde geldt voor het, overigens onverhoogde, altaar dat dicht bij het schip is geplaatst. Dit paste bij de nieuwe opvattingen die na de oorlog binnen de katholieke kerk golden.

Na een periode van leegstand, waarbij zelfs sloop op de loer lag, werd de kerk begin jaren ‘90 door het bisdom aan de gereformeerde gemeente van de Magnalia Dei Kerk verkocht. Deze wisseling in gebruik door verschillende geloofsgemeenschappen komt niet zo vaak voor. Om de kerkzaal geschikt te maken voor de gereformeerde geloofsbeleving werd deze verkort door er twee vergaderlokalen in te bouwen met daarop een nieuw orgel. De oorspronkelijke centrale opstelling van de stoelen werd vervangen door een diagonale, met het spreekgestoelte in een hoek, dichter bij de kerkgangers. Het oude orgel verdween naar de dagkerk, waar nu een kinderopvang te vinden is. Ook werd het natuurstenen altaar verwijderd en kreeg de doopruimte een nieuwe functie als vergaderzaal. Het glas-in-betonraam met een afbeelding van de heilige Maria was ongepast in een gereformeerd kerkgebouw en werd daarom zorgvuldig verwijderd en veilig door het bisdom opgeslagen bij een glazenier in Martenshoek. De overige wanden van de kerkzaal behielden hun prachtige glas-in-loodramen van kunstenaar Max Reneman.

Het gebouw kreeg na de restauratie en verbouwing haar nieuwe naam.

Kenmerken

logo

Platform GRAS biedt u deze website aan.
Colofon | Proclaimer