1934: op 1 december wordt Edu Waskowsky geboren te Rotterdam. Na de lagere school gaat Waskowsky naar de ambachtsschool waar hij leert lassen.
1952-1955: aan de kunstacademie van Rotterdam volgt Waskowsky lessen Schilderen. In het laatste jaar stopt hij met de opleiding en schildert daarna nog vier jaar, vooral landschappen en portretten. Af en toe werkt hij als lasser op de scheepswerven van Rotterdam.
1957: verhuist naar Wedde in Zuidoost-Groningen en raakt bevriend met de jonge Groningse kunstenaars Jo van Dijk en Martin Tissing.
1958: maakt zijn eerste ruimtelijke beelden van ijzer of hout. Door stukken metaal aaneen te lassen componeert hij staande figuren, onder andere ‘krijgers’ of ‘ridders’. Zijn werk wordt meer en meer abstract.
1962: besluit om in de stad Groningen te gaan wonen. Op een beeldententoonstelling in Bocholt (Duitsland) exposeert hij negen metaalplastieken. Hij heeft tentoonstellingen samen met Martin Tissing in onder andere Galerie Pictura (Groningen), Galerie Waalkens (Finsterwolde) en het Gemeente Museum Moerman in Apeldoorn.
1963: maakt een aantal beelden van hout.
1964: boetseert zijn eerste messingplastieken.
1965: op de tentoonstelling Gr4K in het Groninger Museum presenteert Waskowsky messingsculpturen. Hij neemt deel aan de achtste Biennale in Middelheim (Antwerpen), exposities op de Keukenhof (Lisse) en een tentoonstelling in het Rodin museum in Parijs (1966).
1967: op de Grote Markt in Groningen staat een twee en een halve meter hoog beeld van Waskowsky ter gelegenheid van de manifestatie Beeld en Route. Waskowsky maakt een aantal monumentale plastieken, onder andere voor de Van Lieflandschool en Remonstrantse Gemeente in Groningen.
1969: krijgt de opdracht voor het maken van een monument ter nagedachtenis van de in de oorlog omgekomen joodse Groningers. Hij ontwerpt 7 handen en spaart in de grootste hand een menora uit.
1976: op 31 december overlijdt Waskowsky.
Hij laat het Joods Monument onvoltooid na.