Beeldhouwer, schilder, tekenaar. Materiaal/techniek: aquatint, zeefdrukken, droge naald, potloodtekening, krijttekening, olieverf/doek, roestvrij staal, aluminium, gips, brons, steen, kalksteen en terra cotta. Onderwerpen: portretten en menselijke figuren. Toepassingen: wandkleden, reliëfs, verzetsmonumenten en mozaïeken. Stijl: abstraherend expressionistisch. [Bron: P.M.J. Jacobs. Beeldend Nederland]

Couzijn is opgegroeid in New York. Zijn moeder stuurde hem naar familie in Amsterdam toen hij zijn school verwaarloosde. In 1930 kon hij naar de Rijksacademie. Hij won de Prix de Rome en woonde en werkte in Amsterdam. In de oorlog vluchtte Couzijn, die jood was, naar de Verenigde Staten. Hier leerde hij kunstenaars als Zadkine en Jackson Pollock kennen. Terug in Amsterdam werkte hij aan zijn beelden en gaf hij les. Rond 1950 vormde hij onder andere met Tajiri, Kneulman en Guntenaar de Groep Amsterdam.

In 1936 werd hem de Prix de Rome toegekend. In 1967 verwierf hij de Nederlandse Staatsprijs voor Beeldhouwkunst. Was in de jaren zestig een van de initiatiefnemers van het Atelier ’63 in Haarlem, waar talentvolle jonge kunstenaars door ervaren collega’s worden begeleid. Van 1977 tot zijn dood was hij directeur van deze instelling.