Albert Geertjes en Peter de Kan ontwierpen in 2001 voor de doorgang onder de Martinitoren drie hekken, die bedoeld zijn om wildplassers te weren. De hekken bestaan uit roestvrijstalen spijlen die elk de vorm hebben van een orgelpijp met een gotisch knikje. De verschillende lengtes van de spijlen vormen een flauwe boog die samen met de stenen boog erboven een perfecte ovaal is. De buitenste spijlen staan op de grond en dienen als drager en draaipunt van het hek. In de gebogen gedeelten van de orgelpijpen zijn lampjes bevestigd, zodat plassers ’s avonds letterlijk en figuurlijk te kijk worden gezet onder de verlichting.